De filmsector vraagt al jaren om filmspecifieke stimuleringsmaatregelingen. Nederland loopt door een gebrek hieraan enorm achter op de concurrentie. In juli van dit jaar werd een motie aangenomen om te onderzoeken of er in Nederland belastingvoordelen voor de filmindustrie opgezet kunnen worden om investeerders aan te trekken in Nederland.
De onderzoeksresultaten laten nog steeds op zich wachten, dit tot ongenoegen van het werkveld. “Schijnbaar is het kabinet er nog steeds niet over uit,” zegt Marjan van der Haar, directeur van Filmproducenten Nederland. “Zonder antwoord komen, is niet mogelijk. Ik houd vertrouwen. Er is nu al een algemeen overleg gepland op 6 november, wat ruimte kan geven om echt spijkers met koppen te slaan. Ik hoop nog steeds op 1 januari 2014 voor de invoering van dergelijke maatregelingen.”
Een recent gepubliceerd onderzoek van Oxford Economics toont nogmaals het belang van de Nederlandse filmindustrie aan. Het marktaandeel van de Nederlandse film steeg van 14% in 2007 naar 17,4% halverwege 2013. De Nederlandse film- en audiovisuele sector bracht in totaal al 1,6 miljard aan belastingopbrengsten op.
Lege winkel
Mooie cijfers, maar de afbraak wordt langzaam zichtbaar. Of zoals Willemien van Aalst, directrice van het Nederlands Film Festival, het verwoordde tijdens de Gouden Kalveren: “De etalage van de Nederlandse film is nog rijk gevuld, maar de winkel erachter wordt steeds leger.”
In de eerste helft van 2013 gingen slechts veertien films in productie, tegenover 22 in 2011. Hier en daar dook de film-cv op. Zo konden particuliere investeerders participeren in onder meer het Michiel de Ruyter Filmfonds of het Toscaanse Apestreken Filmfonds. Producent Eyeworks besloot om in tegenstelling tot twee jaar terug met de financiering van Nova Zembla en New Kids Nitro, voorlopig niet te werken met de film-cv of een variant daarop. “We willen enkel een fonds opzetten en afwikkelen met goedkeuring van de fiscus vooraf,” zegt Robertjan Dekker, group tax manager bij Eyeworks.
“Dit is niet noodzakelijk, maar voor ons is volledige transparantie een voorwaarde. De Belastingdienst heeft nu bepaalde voorwaarden gesteld, waardoor het voor ons op dit moment minder interessant is geworden om een fonds op te zetten voor de films die we maken. Deze wil bij filmfondsen meer ondernemerschap zien in plaats van de sterke afhankelijkheid van fiscale voordelen.”
Dekker vindt een fonds wel een goede manier om een film gefinancierd te krijgen. “Het is weer eens iets anders dan aandelen. Het is wellicht leuker voor participanten.” “Toch blijft het vaak om relatieve kleine bedragen gaan,” zegt Van der Haar. “Er is een maximum wat wij nu uit de consumentenmarkt kunnen halen. Dit maximum is snel bereikt en lang niet voldoende om een hele film van te financieren.”
Ingewikkelde aangifte
Het opzetten en uitvoeren van een dergelijk fonds vergt wel enorm veel energie, vindt Dekker. “Vanuit juridisch en fiscaal opzicht is het lastig om alles afgestemd te krijgen met betrokken partijen als de fiscus en participanten. Het is niet de meest makkelijke manier om een film te financieren.” Met dat gezegd hebbende, vindt hij dat investeren in films niet per definitie heel toegankelijk is voor particulieren. “Ik vind dat filmfondsen lastig te begrijpen zijn voor een particulieren, zeker bij het verwerken in hun inkomstenbelastingaangifte. Wij vonden het een noodzaak om bij ieder fonds met zes tot acht A4-tjes aan invulinstructies te komen om stap voor stap uit te leggen hoe de belastingaangifte werkt. Het gaat best ver om dit met de investeerder te moeten bespreken.”
Fiscale stimuleringsmaatregelen voor film kunnen het ook voor particuliere investeerders makkelijker maken om te investeren, denkt Dekker. Of en welke regelingen er vanuit de overheid getroffen worden, is nog onbekend, maar volgens Dekker zal de regeling zichzelf terug moeten verdienen. “Als er een idee is voor een subsidieregeling of heffingskorting, dan moet dat direct tot gevolg hebben dat meer mensen in Nederland zullen investeren. En dus dat filmmakers meer films gaan maken in Nederland.”
Op dit moment lijken er slechts twee opties beschikbaar om als particulier te investeren in film: crowdfunding en de film-cv (of een vergelijkbare variant als een fonds voor gemene rekening). Heel anders dan bij het MKB, waar manieren om een bedrijf gefinancierd te krijgen sterk toenemen. Denk aan crowdfinance, microfinanciering, achtergestelde leningen, business angels, enzovoort. Komen er dit soort initiatieven ook voor film als er stimuleringsmaatregelingen getroffen worden?
Kostenaftrek
Dekker denkt dat hier een markt voor is. “Particulieren kun je zeker als één van de belangrijke groepen zien om een film te financieren, al is het zoals Van der Haar al zei waarschijnlijk niet mogelijk om een gehele film gefinancierd te krijgen met enkel kapitaal van particulieren. Het blijft echter een serieuze partij, naast banken, filmfondsen, bedrijven of producenten zelf.”
“Aan initiatieven voor particulieren kun je denken aan bepaalde tegemoetkomingen, een kostenaftrek op bijvoorbeeld inkomstenbelasting of een (extra) heffingskorting. Er zal altijd creatief worden gedacht, maar naar kleinere particuliere investeerders toe zal het lastig zijn om vorm te geven aan een regeling zonder een sterke stimulans vanuit de overheid.”