Midreth, het in februari dit jaar failliet gegane bouwbedrijf, was te genereus jegens haar opdrachtgevers in de hoop op latere tegenorders, Ook ving het te vaak zelf tegenvallers in de bouwwerkzaamheden op. Het faillissement van DSB vormde een zware tegenvaller voor Midreth. Dat zegt oprichter Joop Leliveld.

Leliveld (68) sprak over zijn ervaringen met het faillissement in een vandaag te presenteren onderzoeksrapport van accountant Baker Tilly Berk en Nyenrode business universiteit over familiebedrijven en de crisis. Dat meldt het FD.

Zo vertelt hij dat hij trots is als Midreth de verbouwing van het Stedelijk Museum (foto) in Amsterdam mag doen. Minder leuk was voor hem de onverwachtse grondsanering waarvan Midreth de kosten voorschiet. Leliveld twijfelt er niet aan of de gemeente zal de rekening later wel voldoen. Zijn geloof in de opdrachtgever komt hem duur te staan. Want het meerwerk krijgt hij niet betaald. Een strop van € 9,5 mln, aldus de krant.

Zo vertelt Leliveld dat hij soms te goed van vertrouwen is. Midreth doet de renovatie van stadion Galgewaard op een moment dat FC Utrecht financieel dreigt te bezwijken. De aannemer besluit in overleg met de gemeente om het stadion te kopen en het werk af te maken. Dat kost Midreth volgens eigen berekening € 22 mln. In ruil voor de redding van de voetbalclub zal de stad Utrecht zorgdragen voor compensatie-orders met eenzelfde waarde. Daar komt echter weinig van terecht.

Alles bij elkaar genomen was het volgens Leliveld beter geweest de geldverslindende werken stil te leggen en opnieuw te onderhandelen met de opdrachtgever. “Je moet gewoon durven stoppen en je grenzen stellen”.